Hoe kijken veehouders aan tegen datadelen? Welke ontwikkelingen zoeken zij? Hoe kijken ze aan tegen het eigenaarschap van data? Welke apps en innovaties kunnen boeren goed gebruiken? Directeur Sener Celik gaat in gesprek met diverse boeren en organisaties in Nederland om de stemming te polsen.
Yvonne (23) van Oosterhout raakte geïnspireerd door de melk van het melkveebedrijf van haar vader Bert (57), broer Tom (28) en oom Corné (48). Het bedrijf ligt in Wagenberg (N.-Br.), heeft 270 melkkoeien, 160 stuks jongvee en 150 hectare grond in gebruik. Een deel hiervan is pacht en een deel in samenwerking met een akkerbouwer. De koeien worden gemolken in een 40-stands buitenmelker draaimelkstal. Samen met haar oom en broer gaat Yvonne in gesprek met JoinData-directeur Sener Celik over data.
“Data kan me helpen bij de traceerbaarheid”
Yvonne is een ondernemende jongedame die tijdens haar bachelor voedingstechnologie aan het puzzelen ging op een product dat een goede melkprijs voor de melkveehouder moest realiseren. “Ik nam contact op met Tony Chocolony. Zij maken chocoladerepen met slaafvrije cacao, maar ik vroeg me af hoe het met de prijzen voor de melkveehouders zat die melk leveren voor hun repen. Zij zagen wel meerwaarde in het idee, maar ik bedacht me dat ik ook zelf chocoladerepen zou kunnen maken.”
En zo geschiede. Yvonnes vriend maakte met zijn 3D-printer een mal voor de repen. De repen moesten in het motief van koeien worden gemaakt. Dus bruin met vlekken van witte chocolade. Inmiddels worden de repen met de naam Fair to Dutch Farmers verkocht via haar website en boerderijwinkels in de buurt van Wagenberg. “Het verwerken van onze eigen melk is nog niet te realiseren vandaar dat er voor gekozen is om 10 cent per reep aan mijn vader, oom en broer te doneren.”
Yvonne doet momenteel een masterstudie Food Industry Management, deels in Nederland en deels in Engeland. Voorafgaand aan het interview heeft ze met haar vader, oom en broer gesproken over data. Toen ze binnen hun bedrijf op zoek gingen naar welke machtigingen zij open hebben staan bleek dat ze een voormalige voerleverancier, waar ze al 7 jaar weg zijn, nog wel gemachtigd hebben om hun MPR-gegevens in te zien. “Dat zien we vaker”, vertelt JoinData-directeur Sener Celik.
“Betrouwbaarheid van belang”

Yvonne en haar familie vinden innovatie belangrijk, maar vinden ook dat bedrijfsgegevens in betrouwbare handen moeten zijn. Ze hebben meer vertrouwen in een coöperatie dan in een partij met commerciële belangen. Sener legt uit dat JoinData de data niet opslaat. Ze zijn vergelijkbaar met een digitaal postkantoor en brengen de data van de ene partij naar de andere. “Het is goed om eens na te denken over wie eigenaar is van data. Bijvoorbeeld de data uit jullie tractor of melkmachine. Is die van jullie of van de ontwikkelaar van die apparaten? En jullie accountant? Mag die een benchmark doen met data van jullie bedrijf? Van de 10 boeren die ik spreek zijn er zo’n 2 met data bezig”, vertelt Sener. Yvonne: “Ja, gek eigenlijk. Met mijn studie ben ik wel met analyses en data bezig, maar voor ons bedrijf thuis eigenlijk niet.”
Sener: ”Wij behandelen alle data als persoonsgevoelige data. Want data over een koe is terug te voeren naar een adres, dus naar een persoon, dus persoonsgevoelig, vinden wij. En we vinden doelbinding in data heel belangrijk. Data mag dus alleen gebruikt worden voor het vooraf afgesproken doel.”
“Iedere vijf jaar een plan maken”
Ondernemersbeslissingen neemt het bedrijf op basis van data uit Agrovision. Een accountant is verantwoordelijk voor de boekhouding, maar het boeken doen de ondernemers zelf. Corné: “Ik hoef geen adviseurs om elke maand een visie te bepalen. Wij maken zelf iedere vijf jaar een groot bedrijfsplan voor financiering en optimalisatie van het bedrijf en daar houden we ons ook aan.”

De drie mannen die nu in het bedrijf zitten hebben de taken verdeeld. Ze kunnen elkaar vervangen maar hebben wel een eigen specialisatie. Vader Bert richt zich op de koeien, oom Corné is verantwoordelijk voor de boekhouding en zoon Tom op de mechanisatie. Corné en Tom maken ook gebruik van een pocket pc voor het bijhouden van vruchtbaarheidsgegevens en celgetal, maar vader Bert is daar nog geen voorstander van. Hij vertrouwt op zijn intuïtie en ervaring. Wel gebruikt hij zijn telefoon voor het bijhouden van de opbrengsten van de zonnepanelen. We insemineren zelf en doen niet aan stappentellers.
“Onafhankelijke koeien en ondernemers”
“We zijn best terughoudend qua automatiseren”, licht oom Corné toe. “We willen lage kosten maken en een hoge zelfredzaamheid bij de dieren. Zowel wijzelf als onze koeien zijn best onafhankelijk”.
Sener: “Stel dat we teruggaan naar vroeger, wat technologie betreft, is dat wat jullie betreft een stap vooruit?”
Corné: “Nee, dat niet. Data helpt ons om kosten laag te houden en opbrengsten te verhogen. We zien ook zeker wel kansen voor juist gebruik van data. Denk bijvoorbeeld aan het voorkomen van een dubbele invoer van data. Of de koeherkenning in de draaimelkstal. Nu weet een koe nog dat ze gevoerd wordt in de carrousel, eigenlijk zou het geautomatiseerd moeten worden dat ze er geen twee keer in mag.”

“Technologie en duurzaamheid”
Yvonne: “Door technologie houd je misschien meer tijd over voor andere dingen, maar door zo’n investering krijg ik wel het gevoel dat je meer met modellen bezig bent. Een koe moet een natuurlijk imago hebben. Het moet het echte leven blijven. Technologie kan helpen om je bedrijf rendabel te houden, maar het blijven wel levende wezens. Wij melken daarom ook bewust zelf in plaats van met een robot. Dan zie je de dieren sowieso twee keer per dag en kun je ze goed monitoren. In onze vorige melkstal werd de geleidbaarheid gemeten, maar daar hebben we weinig mee gedaan. Data is heel belangrijk en wordt steeds belangrijker. Ik denk dat wij er met ons bedrijf wel meer uit kunnen halen.”
“Data in traceerbaarheid”
Yvonne: Traceerbaarheid wordt voor de consument steeds belangrijker. Ik zag op TV dat je melk kunt kopen waarbij je kunt zien van welke koe die komt. Onze melk komt in een grote tank en gaat naar de melkfabriek. Voor mijn repen biedt data ook kansen. Mijn ultieme droom is dat niet alleen de melk in de repen traceerbaar is, maar ook de cacao en de suiker. In Nederland worden de productiebedrijven steeds groter, waardoor de inzichtelijkheid kleiner wordt. Ik wil mijn repen daarom alleen via kleinere winkels verkopen. Dat verhoogt de exclusiviteit, en daarmee de prijs voor de boer, maar ook de inzichtelijkheid voor de koper.“
Sener: “En hoe zit het met de traceerbaarheid van het vlees van jullie dieren? Stel dat supermarkt data wil hebben over de herkomst van de koeien en de slachterij betaalt daarvoor. Zouden jullie dat doen?”

Tom: “Ja, dat lijkt me juist een goede zaak. Wij produceren al VLOG-melk voor de Duitse markt. Dat is GMO-vrij. Maar eigenlijk zou er toch ook VLOG-vlees moeten komen?”
Yvonne vult aan: “Mensen die mijn repen kopen, kopen een verhaal. Het is daarom heel belangrijk dat ik doe wat ik zeg en zeg wat ik doe. Ik wil 10 cent van de repen aan de boer kunnen geven. Die hij dan in zonnepanelen kan investeren. Ik wil dan ook naar de consument kunnen terugkoppelen dat die zonnepanelen er echt zijn gekomen met de opbrengst uit de repen. Transparantie vind ik heel belangrijk. Het is bijvoorbeeld toch te gek voor woorden dat er maisbrood in de supermarkt ligt zonder mais erin? Door dat soort dingen neemt het consumentenvertrouwen alleen maar af. Ik probeer daar wat aan te doen door het persoonlijk te houden. Daarmee hoop ik dat boeren uiteindelijk meer respect krijgen en ook eens te horen krijgen dat ze het goed doen.”
