Hoe kijken gebruikers van JoinData aan tegen datadelen? Welke ontwikkelingen zoeken zij? Hoe kijken ze aan tegen het eigenaarschap van data? Welke apps en innovaties kunnen boeren goed gebruiken? Directeur Sener Celik gaat in gesprek met diverse boeren en organisaties in Nederland om de stemming te polsen.
Ron van Burgsteden melkt 70 melkkoeien in Leusden (Ut.). Het bedrijf omvat 40 hectare en melkt met een robot.
Timo Joosten is hoofd productmanagement bij Lely. Hij houdt zich bezig met de ontwikkeling en commercialisering van Lely-producten wereldwijd, waaronder het bedrijfsmanagementsysteem Lely Horizon waar veel data wordt uitgewisseld.
In Leusden, vlakbij Amersfoort, staat het bedrijf van melkveehouder Ron van Burgsteden. In de keuken, op gepaste afstand, gaat de melkveehouder in gesprek met Timo Joosten van Lely en Sener Celik van JoinData over het delen van data, innovaties en privacy.
Sener: Jij bent een van de eerste deelnemers in JoinData. Toen werd ook al over de waarde van data gesproken. Hoe kijk jij daar nu tegenaan?
Ron: Ik nam tien jaar geleden al deel aan het project SmartDairyFarming. Ik had toen verwacht dat we nu, zo’n tien jaar na de start, verder zouden zijn. De ontwikkeling is vertraagd door de grote vraag ‘van wie is de data en hoe breng je dat tot uitvoering?’. SmartDairyFarming is gestart om nuttige producten te maken voor veehouders. Maar we liepen vast in de discussievraag over het eigendom. De drie coöperaties CRV, Agrifirm en FrieslandCampina hebben het uiteindelijk toch weer op gang gebracht, voor de leden.
Timo: We hebben allemaal de intentie om toegevoegde waarde te creëren. Maar data komt pas tot waarde als je het kunt vergelijken. Als benchmark. Dus als je het voor jezelf houdt ontstaat die waarde niet.
Ron: In het begin waren commerciële partijen terughoudender en onderzoeksinstellingen vooruitstrevender, maar nu is het andersom. Commerciële partijen kunnen sneller handelen.
“Ik wil data delen zodat ik betere, snellere en preciezere informatie krijg voor mijn bedrijf. ”
Ron: De waarde van data is niet cash, maar toegevoegde waarde voor je bedrijf. Ik wil data graag delen, zodat ik betere, snellere, preciezere informatie krijg. Ik wil exact weten welk dagdeel een koe tochtig is. Twintig jaar terug was het een mooie vooruitgang om te weten dat een koe tochtig was in de afgelopen 48 uur. Over 3 weken moest je dus weer opletten. Nu is dat niet meer voldoende.
Timo: Ik zie data als wisselgeld. Ik verrijk de data van de boer en geef het als wisselgeld terug. Wat doet een vergelijkbaar bedrijf qua aantal koeien, grondsoort en omvang en kan ik dat toepassen bij Ron? Dan krijg je voorspellende waarden en kun je gerichter advies geven.
Sener: Hoe ver zitten we af van het reactieve naar het proactieve?
Timo: Helemaal niet ver, maar we worstelen met de enorme diversiteit. Boeren is een beroep van ervaring en gevoel. Hier heb je bijvoorbeeld meerdere grondsoorten, grassoorten, bemesting, verdichting. Zoveel componenten maakt het moeilijk om te bepalen wat het model is.
“We staan aan de start van een revolutie.”
Timo: We staan aan de start van een revolutie. We zien nu veel risicomijdend gedrag. Data kan dan baanbrekend zijn. Die kan laten zien waar het risico is in je bedrijfsvoering, zodat je je daar op kunt richten.
Sener: Wat hebben we hiervoor nodig? Hebben we die data al?
Ron: Ja, het meeste hebben we wel.
“Een robot neemt dus niet het werk over, maar levert het bewijs van je bedrijfsvoering.”
Sener: De boer is en blijft ondernemer en neemt op basis van zijn ervaring en inzichten besluiten. Daar horen ook beslissingen bij die niet direct met data ondersteund worden.
Timo: Het is verandermanagement, het is mensenwerk. Het gaat om vertrouwen. Als Ron mij niet vertrouwd, kan ik veel data leveren, maar dan neemt hij die data ook niet serieus.
Sener: Komt er door data ook meer vraag naar onafhankelijke voeradviseurs?
Timo: Ik hoop het. Nu zijn advieskosten verwerkt in de voerkosten van het product wat je koopt. Voer wordt niet goedkoper als je het advies niet afneemt. Maar wat is het belang voor het bedrijf? Misschien heb ik wel veel minder kilo’s nodig omdat ik zelf eiwit ga telen. Dat heeft geen toekomst meer.
Sener: Hoe kijken jullie naar concurrentie uit het buitenland wat betreft data delen?
“Wij liggen voor als je kijkt naar het tussen bedrijven delen van data.”
Timo: Er zijn genoeg voorbeelden uit landbouwgerelateerde sectoren. Kijk naar de akkerbouw. Daar gebeurt veel. Maar wij liggen voor als je kijkt naar het tussen bedrijven delen van data. Neem John Deere. Zij zijn heel ver, maar op basis van zichzelf gecontroleerde databronnen.
Sener: John Deere is nu met Claes een nieuw dataplatform gestart. Dat is toch wel uniek te noemen, niet?
Ron: Kan Lely dat met DeLaval ook?
Timo: We hebben allemaal hetzelfde doel, we willen jou het beste maken. Niet elke boer heeft alleen maar producten van Lely. Dus we moeten er naar toe dat we ook data van bijvoorbeeld de voermengwagen van een andere leverancier in ons systeem kunnen importeren.
Sener: Zou jij willen dat Lely die combi maakt?
Ron: Ja hoor, waarom niet? Ik wil zelf kunnen kiezen welke merken machines ik op mijn erf gebruik, niet beperkt worden in mijn keuze omdat ik één soort melkrobot heb.
Sener: Boeren die geen data willen delen schrikken vaak over de hoeveelheid data die toch al gedeeld wordt.
Ron: Data was altijd een non issue voor boeren. Ze praten veel liever over rassenkeuze en stieren. Maar data beter en slimmer gebruiken is volgens mij de next level in het runnen van een boerderij.
Sener: Een op de 10 boeren is nu bezig met data delen, maar hoe krijgen we rest mee?
Timo: Jullie zijn faciliterend, dus kunnen dit niet sturen. Laten we er als sector over nadenken hoe we willen dat dit eruit ziet. Wij moeten blijven promoten dat data vrij kan stromen en de toegevoegde waarde leveren.