Hoe kijken boeren, tuinders en de periferie aan tegen data delen? Welke ontwikkelingen zoeken zij? Hoe kijken ze aan tegen het eigenaarschap van data? Welke apps en innovaties kunnen boeren goed gebruiken? Directeur Sener Celik gaat in gesprek met diverse boeren en organisaties in Nederland om de stemming te polsen.
Teake Piet is melkveehouder in Dearsum (Fr.). Hij nam het bedrijf net over van zijn ouders. Samen met zijn verloofde melkt hij 85 koeien met een DeLaval-robot. Zijn bedrijf omvat 43 hectare. Zijn vader werkt nog mee op het bedrijf en af en toe helpen er losse medewerkers en scholieren.
Jessica Knol is dierenarts bij Teake Piet en dagelijks bestuurder bij Agrarische Jongeren Friesland. Ze houdt zich bezig met een toekomstbestendige melkveehouderij.
Sener ontmoet Teake Piet en Jessica in de keuken van Teake Piet in Dearsum. De melkveehouder en zijn dierenarts gaan in gesprek met Sener over het delen van data, innovaties en privacy. Het delen van data is de melkveehouder niet vreemd. Voorheen deed hij dat als wielrenner met de data over zijn trainingen.
Teake Piet: “Toen ik nog op hoog niveau fietste en schaatste, moest ik bepaalde vermogens trappen. Mijn trainer kon de vermogensmeter uitlezen. Dat was heel interessant om terug te lezen. Ik heb wel een achtergrond met data delen. Op mijn bedrijf lees ik ook data en bespreek deze met adviseurs. Bijvoorbeeld MPR neem ik door met de veearts. We bekijken hoe de opstart gaat en hoe koeien het doen op het droogstandsrantsoen.”
Jessica: “Datastromen komen nu via verschillende systemen bij ons. Voor melkmonstername hebben wij inzicht in de data na koppeling en toestemming van de veehouder. Verder zien we wat we zelf genereren aan data en via een koppeling met VeeOnline van de Gezondheidsdienst. Wij stellen jaarlijks een KoeKompas op. Daar vult de veehouder zelf gegevens in, zoals bijvoorbeeld het aantal koeien dat aan de nageboorte heeft gestaan in het afgelopen jaar. Dat is al met al beperkt en gedateerd. Ik wil een verdere verschuiving van het behandelen van dieren naar het preventief werken.”
Sener: “Wat zou je willen dan?”
Jessica: “Ik wil het liefst zo snel mogelijk op de hoogte zijn als er iets niet loopt zoals het zou moeten lopen. Dan kunnen we veel eerder een trend herkennen, ingrijpen en bijsturen. Met de uitslag van de MPR zijn we vaak al erg laat. Ik zou graag toegang willen hebben tot realtime data van de diergezondheid en melkproductie op een bedrijf. Het snelst tot de kern van een diergezondheidsprobleem kom je door het combineren van de juiste gegevens met de klinische blik in de stal. Deze klinische blik heb je niet als veehouder, je bent per definitie bedrijfsblind. In de toekomst zie ik de rol van de veearts als de professional die een diergezondheidsprobleem in een vroeg stadium al in de gaten heeft. De veehouder krijgt dan extra grip op diergezondheid. Er is hier structureel aandacht voor.”
Sener: “De zuivel hier loopt toch aardig voorop in vergelijking met andere landen. Grote IT-bedrijven zoals IBM, Amazon en Microsoft kijken naar ons land. In de agrarische sector in Nederland wordt al best wel veel data ontsloten, zij het statische en gestructureerde data. Op het terrein van dynamische of sensordata kunnen we nog veel stappen maken. Wat dat betreft staan we echt nog wel aan het begin.”
Jessica: “Daar kan ik mij in vinden. In de laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen sensordata en melkproductie en diergezondheid. We zijn dus relatief basale kennis aan het onderzoeken omdat we daar nog onvoldoende inzicht in hebben. De kennis is belangrijk voor het verder ontwikkelen van bijvoorbeeld koe-attenties. De koppelingen tussen de genereerde data en de veearts werken nog onvoldoende. Hier liggen nog volop kansen die benut moeten gaan worden. Er zijn nu een paar partijen met die koppelingen bezig.”
Taeke Piet: “Mijn robot meet wel continu de geleidbaarheid. Dat is ons stuur. Ik kijk er ‘s ochtends naar. Dan zie ik hoe het met een koe gaat, heb er een idee van. Ik ga niet tot in detail alles uitpluizen, maar het is een middel om mijn bedrijf verder te helpen.”
Sener: “Eigenlijk krijg je nu fragmenten van data binnen. Dat is niet actueel genoeg. Het gaat erom dat je steeds actueler of realtime data om kunt zetten in slimme beslissingen. Je krijgt nu nog niet voldoende en gerichte slimme alerts met bijvoorbeeld ‘Berta 234 heeft aandacht nodig’, maar dat gaat zeker wel toenemen in de komende jaren. In mijn ideale wereld weet een boer wat hij deelt aan data en haalt hij daar toegevoegde waarde uit. Het komt voor dat boeren nu, zonder dat ze zich hier bewust van zijn en dit noodzakelijk is, de melkgeldafrekening met hun voerleverancier delen. Maar ook als het gaat om historische data zie ik uitdagingen. Een boer of tuinder zou zelf deze data tot hun beschikking moeten hebben. Uit historische data haal je veel inzichten die voorspellende waarde hebben.”
Teake Piet: “Ik weet via Friesland Campina dat data heel belangrijk is. Er liggen kansen, maar een hele generatie boeren zegt het niks.”
Sener: “We zien dat boeren nu vaak data delen omdat het moet of omdat anders systemen niet functioneren. De omslag die we gezamenlijk moeten maken is dat boeren data juist willen delen omdat ze er veel toegevoegde waarde voor terugkrijgen. Niet omdat het moet. Meer vanuit een positieve trigger.”
Teake Piet: “Wat kunnen veehouders doen om meer bewustwording te krijgen?”
Sener: “Uit enquêtes blijkt dat iedereen data belangrijk vindt, maar bijna 40 procent van de melkveehouders weet niet aan welke partijen ze in de loop der jaren een machtiging hebben gegeven voor het gebruik van hun data. Toen we begonnen met JoinData stroomden er 1,5 miljoen unieke databerichten, dit jaar naar verwachting 10 miljoen. We zullen steeds meer data genereren en het delen ervan zal mijns inziens technisch makkelijker worden. Echter, het is nu zaak dat boeren het stuur pakken en zich hiervan bewust zijn. Alles begint met allereerst grip krijgen op de datastromen, vervolgens ontstaat gemak in het delen van data. Daarna volgt gewin, waarbij de toegevoegde waarde uit de data terugvloeit naar de boer. Voor wat betreft de zuivel lopen er al veel stromen over het JoinData-platform. Boeren in de zuivelsector hebben nu via JoinData echt overzicht, controle en inzicht in hun datastromen. Datzelfde zijn we nu ook aan het implementeren in de varkenssector.”
Jessica: “Hoe werkt JoinData technisch? Het moet geen obstakel worden in het proces van data delen. Data moet blijven stromen. Kun je eigen data inzien?”
Sener: “JoinData is feitelijk een ‘databezorgservice’. We leveren op verzoek van de boer, via een machtiging, het pakketje oftewel de data af bij de afzender die het ook mag openen. Zonder machtiging van de boer, stroomt er geen data. Technisch halen we de data bij de bron op en leveren die af. Inmiddels zijn zo’n 260 partijen aangesloten die data via JoinData delen, zoals voerleveranciers. Er zijn momenteel 70 partijen die data afnemen voor de boer. Bijvoorbeeld een voerleverancier of accountant die data nodig heeft voor een beter advies of de verwerking in de administratie (denk aan facturen). Zonder JoinData heeft de boer op meerdere plekken machtigingen staan en ook allerlei separate data-koppelingen tussen leveranciers en systemen. De boer raakt het overzicht hierdoor kwijt.”
Teake Piet: “Welk type ondernemer heeft moeite met data? Ik heb het bedrijf net overgenomen. Er zijn ook bedrijven die veel langer boeren. Hebben die er meer moeite mee?”
Sener: “Het is niet zozeer dat boeren moeite hebben met het delen van data, denk ik. De vraag is, wie wordt er beter van? Het komt nog te vaak voor dat de boer niet de toegevoegde waarde ervaart. We zien ook nog wel bedrijven die data, geproduceerd door de boeren, niet of beperkt willen delen. Omdat men denkt dat het hun positie verslechterd of de data concurrentie gevoelig is.”
Jessica: “Worden diergezondheidsgegevens gedeeld met bijvoorbeeld de NVWA?”
Sener: “Wij delen alleen data als de boer ons een machtiging heeft gegeven. Anders niet. Stel dat een boer data op gebied van mest wil delen met de overheid, dan zal er een machtigingsverzoek in het systeem moeten zitten van de partij die deze data nodig heeft. Als de boer dan de machtiging en de doelbinding goedkeurt, stroomt de data. De doelbinding is een heel belangrijk onderdeel van de machtiging, daar staat in waarvoor de data wel en niet gebruikt mag worden. De stem van de boer klinkt overal in door. Wij zijn geen commerciële partij, maar een coöperatie opgericht door boerencoöperaties en belangenbehartigers. We moeten het hebben van het vertrouwde karakter. Waar zouden we ons moeten focussen, vinden jullie?”
Teake Piet: “Als jullie echt stappen willen maken, heb je meer betrokkenheid nodig van veehouders. Want jullie hebben wel het goede antwoord, maar niet voldoende veehouders weten dit.”
Sener: “We zitten op grip, gemak en gewin. Bij die eerste twee zitten we goed, maar we willen toe naar het bieden van meer toegevoegde waarde voor de boer. Heb je trouwens al ingelogd?”
Teake Piet: “Ja, dat moest via KringloopWijzer. Het was even wennen, maar ik heb de openstaande machtigingsverzoeken geaccepteerd.”