Hoe kijken gebruikers van JoinData aan tegen datadelen? Welke ontwikkelingen zoeken zij? Hoe kijken ze aan tegen het eigenaarschap van data? Welke apps en innovaties kunnen boeren goed gebruiken? Directeur Sener Celik gaat in gesprek met diverse boeren en organisaties in Nederland om de stemming te polsen.
Mathé van den Bosch melkt samen met zijn vrouw Amber 330 melkkoeien met 5 robots in Oudenbosch (N.-Br.). Het bedrijf omvat 95 hectare en er is 1 FTE in dienst.
Tjebbe Huybrechts is Global business development manager bij CRV. Hij houdt zich bezig met fokkerijproducten, JoinData in Nederland en DjustConnect in Vlaanderen.
In Oudenbosch, het westen van Noord-Brabant, staat het bedrijf van de innovatieve melkveehouder Mathé van den Bosch. Mathés bedrijf is een testlocatie voor Lely, waardoor we geen kijkje mogen nemen in de stallen. In de tuin, op gepaste afstand, gaat de melkveehouder in gesprek met Sener en Tjebbe over het delen van data, innovaties en privacy. Een gesprek tussen drie ongeduldige mensen die snel vooruit willen. Sener valt direct met de deur in huis.
Sener: Ik ben voorstander van het zoveel mogelijk delen van data, omdat ik denk dat dit leidt tot nieuwe combinaties. Dit leidt dan tot nieuwe inzichten en innovaties. Daar worden partijen beter van. Maar, we lopen soms op eieren en zijn nog terughoudend met het delen van data. Hoe sta jij hierin? Maak je je zorgen om privacy bijvoorbeeld?
Mathé: Ik maak me geen illusies meer over privacy. Ik denk dat we weinig privacy meer hebben. Maar als we dat tóch niet meer hebben, laten we er dan ook gebruik van maken.
Tjebbe: Het is makkelijk om beren op de weg te zien. Ook een veehouder ziet in het delen van data bedreigingen. Maar ik hoop dat de stemming wat positiever wordt en dat veehouders de kansen gaan zien die het delen van data biedt.
“Mijn bedrijf draait op data”
Mathé: Mijn bedrijf draait op data. Als ik ’s morgens opsta kijk ik eerst op mijn telefoon naar wat de koeien gegeten hebben, de attentielijst, de kostprijs. Mijn automatisch voersysteem bespaart arbeid, maar het belangrijkste voordeel is de hoeveelheid data die het oplevert. Of het raar is dat ik dagelijks naar mijn kostprijs kijk? Eigenlijk is het raar dat zo weinig veehouders niet dagelijks naar hun kostprijs kijken. Er wordt zoveel naar productie, aantal koeien en aantal hectares gekeken in de sector. Ik ben ondernemer om een inkomen te verdienen. Kijken naar de kostprijs levert je zoveel op.

Tjebbe: Ik geef ieder jaar een gastles aan de universiteit en vraag dan aan de studenten wat de definitie is van een goede boer. Ik krijg dan antwoorden als ‘goed voor de koeien zorgen’, ‘een goede productie halen’ enzovoort. Maar rendement behalen met gezonde koeien is uiteindelijk het belangrijkst. Je kunt pas investeren in duurzaamheid als je een goed rendement hebt. Je moet eerst werken aan je inkomen, dan kun je pas aan andere doelen werken.
Mathé: Klopt. En dat leer je door naar je data te kijken. Het is ook leuk om daarmee te spelen en te zien hoe je moet sturen.
Sener: Mathé, wat moet er verbeterd worden aan de datastromen?
Mathé: Ik switch nu nog teveel tussen programma’s zoals die van Lely en CRV. Ik zoek eigenlijk een koppeling zodat ik in één dashboard overzicht heb van mijn data. En ik vind het bijvoorbeeld gek dat mijn inseminator niet kan zien wat mijn tweede SAP-advies is bij een koe. Hij moet daarvoor op mijn PC kijken en dat lijkt me toch meer privacygevoelig dan dat hij mijn tweede SAP-keuze weet.
Het zou toch mooi zijn als T4C (managementprogramma van Lely), VeeManager, RVO en de app van de kalverdrinkautomaat gekoppeld zijn?
Sener: Stel dat iemand dat kan bouwen in één applicatie?
Mathé: Dan sta ik daar voor open. Het mag ook in verschillende web-omgevingen draaien met onderlinge linkjes. Ik denk dat we nog maar net begonnen zijn met data.
Tjebbe: Hoe kan dat?
“We moeten volgens mij veel meer van dode data, de kale cijfers, naar data die zelf werkt”
Mathé: Nou, laat ik dat eens aan jou vragen. Neem bijvoorbeeld de tochtige koeien. Ik kijk in VeeManager en separeer ze via T4C zodat ze klaar staan voor de inseminator. Maar waarom kan ik niet de tochtige koeien aanklikken in de computer zodat ze automatisch gesepareerd worden? En dat er dan een verzoek naar CRV gaat met mijn stierkeuzes? We moeten volgens mij veel meer van dode data, de kale cijfers, naar data die zelf werkt.

Tjebbe: We zouden dit best kunnen ontwikkelen, maar er is nog maar een marginale vraag naar. Er is een te kleine groep veehouders die voorop loopt in de kudde.
Mathé: Maar hoe kunnen we als sector dan voorop blijven lopen? Wij moeten het in Nederland hebben van kennis en innovatie. Met de mentaliteit om producten te maken voor de massa lopen wij als sector over 20 jaar niet meer voorop.
Sener: Stel dat het delen van data bij wet geregeld wordt?
Tjebbe: Dan krijg je de discussie over het verdienmodel. Wie verdient precies wat aan de data zelf en de applicaties die gebouwd worden met data? En je houdt dan discussie over de zichtbaarheid. Stel dat je een groot dashboard hebt met ergens onderaan een klein CRV-logo, zijn we dan nog wel zichtbaar genoeg? Of stel dat we het sperma duurder moeten maken omdat we data gratis weggegeven, willen onze leden dat wel?
Sener: CRV is een internationale speler, hoe wordt er in het buitenland omgegaan met het delen van data? Wie is hierin een concurrent?
Tjebbe: In Amerika heb je ABS, Select Sires en Urus. Maar Amerika is jaloers op hoe liberaal wij omgaan met het delen van data. Een boer weet in Nederland welke data hij met wie deelt en wat daarmee gedaan wordt. Als bijvoorbeeld Urus extra data wil dan koopt het een bedrijf op, zoals recent VAS. Ze innoveren wel, maar bouwen het niet zelf op. JoinData is hierin pionier, daar mogen jullie trots op zijn.
Sener: Ik vind de ontwikkelingen in data-uitwisseling nu nog niet snel genoeg gaan. Concurrenten buiten Europa (zoals Alibaba) halen ons straks hard in als we het tempo niet verhogen. CRV is wel een van de snelste als het gaat om het delen en benutten van data. Terwijl dat niet altijd gunstig is voor hun verdienmodel. Daar heb ik respect voor. Er waren machineleveranciers die drie jaar geleden niet eens met me wilden praten en mij nu zelf bellen om aan te sluiten. Dat is een mooie ontwikkeling en hopelijk gaan we de komende periode versnellen.
Tjebbe: Volgens mij zitten we hier met drie ongeduldige mensen aan tafel.

Sener: Er zijn natuurlijk partijen die wachten tot het niet anders kan. Die zien op korte termijn geen toegevoegde waarde, hebben een bestaand businessmodel op distributie van data en hebben nog geen duidelijke nieuwe strategie gekozen in dit nieuwe speelveld.
Tjebbe: Je kunt data delen ook zien als samen een grotere taart maken en die delen in plaats van het delen van de taart die je nú hebt. Wat we zeker weten is dat zoals het nu gaat het niet 10 jaar kan blijven. We moeten blijven innoveren.
Sener: In financiële dienstverlening c.q. fintech sector zie je al tal van innovaties ontstaan met behulp van data. Deze sector maakt een sterke vlucht door, mede dankzij nieuwe wetgeving op het vlak van data. In de agri-sector moeten we nu gaan versnellen.
“Ik zou wel alles willen automatiseren”
Mathé: Ik zou wel alles willen automatiseren. Automatisch voer bestellen als het op is, automatisch kunstmest bestellen als uit grondonderzoek blijkt dat er een tekort is of automatisch de dierenarts laten komen als uit bloedonderzoek blijkt dat een koe iets mankeert. Het vakmanschap van de boer zit dan in de afweging dat een rekenmodel het beter kan dan jij. Een PC ziet vaak eerder dat er iets mankeert dan ik. Ik kan niet 330 koeien continu in de gaten houden, dan moet ik vertrouwen op de automatisering. Vakmanschap is delegeren. Ik ben eigenlijk altijd wel een automatiseringsboer geweest. Samen met mijn ouders zijn we in 2000 begonnen met automatisch melken en de eerste voerrobot is hier door Lely op ons bedrijf ontwikkeld.
Sener: Word je regelmatig benaderd door nieuwe datadienstverleners?
Mathé: Nooit, maar als ik € 200 per maand zou moeten betalen voor een app waarin al die losse applicaties op de achtergrond draaien, zou ik het doen. Ik ben niet bang voor een lek in de data-uitwisseling. En dan nog? Wat heeft iemand anders aan de gegevens over de voederwaarde van mijn kuil? Ik sta open voor om me hierin verder te ontwikkelen. Als ik te lang stil zit, word ik ongeduldig.
Sener: Vind je dat data-gedreven boeren een betere melkprijs zouden mogen krijgen?
Mathé: Nou, eigenlijk liever meer ruimte in de bemesting. Meer vrijheid als je beter scoort in de Kringloopwijzer bijvoorbeeld. Maar dan moet die wel goed geborgd zijn. De overheid mag van mij alles weten wat ik doe, als ik daar maar vrijheid voor terug krijg.
Tjebbe: Welke zorgen heb je over de melkveehouderij?
“Wij moeten het in Nederland hebben van intelligentie en slimme beslissingen”
Mathé: Wij moeten het in Nederland niet hebben van meer koeien houden, maar van intelligentie en slimme beslissingen, dus we hebben data-uitwisseling nodig, maar er moet nog zoveel gebeuren. Bij de overheid wordt teveel gekeken naar de korte termijn in plaats van een visie voor de lange termijn.
Sener: We merken in onze gesprekken met nieuwe klanten dat ze eerst huiverig zijn om aan te sluiten, totdat ze weten dat JoinData geen belang heeft bij de data en deze niet opslaat.
Mathé: Ik vind het wel makkelijk dat alle data in een bepaalde cloud staat.
Tjebbe: Wie moet jouw waakhond zijn als het om gebruik en mogelijk opslag van data gaat?
Mathé: JoinData is een coöperatie, dus de raad van commissarissen is de waakhond.

Sener: En heb je ook een opdracht voor mij?
Mathé: Misschien een seminar met alle partners over kansen van data-uitwisseling? Zodat er meer uitgewisseld wordt door meer partijen.
Tjebbe: Sener, het lijkt me goed om de nuchterheid van Mathé te benutten. Bedrijven moeten zich kwetsbaar opstellen. Dan krijg je een echte dialoog. Meer data-uitwisseling zal op de korte termijn her en der wat spanning opleveren, maar door erover te praten kom je eruit. Dan kun je samen voor kansen gaan in plaats van bedreigingen zien.