Hoe kijken boeren, tuinders en de periferie aan tegen data delen? Welke ontwikkelingen zoeken zij? Hoe kijken ze aan tegen het eigenaarschap van data? Welke apps en innovaties kunnen boeren goed gebruiken? Directeur Sener Celik gaat in gesprek met diverse boeren en organisaties in Nederland om de stemming te polsen.
Maarten Rooijakkers runt in het Brabantse Aarle-Rixtel, samen met zijn broer John en hun beider vrouwen, PorcusCampus, hét recreatieve belevingscentrum voor mens en varken. Het bedrijf heeft een feest- en vergaderlocatie, een winkel en biedt luxe overnachtingen boven de varkens aan. Maarten en Sener spreken elkaar in het café van PorcusCampus, boven de varkens, met uitzicht op een maisveld. Ze houden hier 100 varkens van 16 rassen. Op een andere locatie houden ze 4.500 vleesvarkens in het Heidehoeve-concept waarin milieu en diergezondheid centraal staan.
Maarten werkt al 40 jaar samen met zijn broer. Eerst hadden ze een gemengd bedrijf met melkvee en varkens. Van de koeien namen ze 25 jaar geleden afscheid. Ze gingen door met varkens op twee locaties. Op de locatie waar nu PorcusCampus staat, stapten de ondernemers vier jaar geleden over van varkens naar een horecabedrijf rondom varkens. “De provincie Noord-Brabant startte al eerder dan de rest van Nederland met een beleid om stikstof terug te dringen. Investeringen hierin zouden we op deze locatie niet terugverdienen. Deze locatie was al een zichtstal, de eerste van Nederland, dus we hadden al ervaring met burgers ons verhaal vertellen. We kwamen er steeds meer achter hoe ver burgers van voedsel af staan. Melk komt uit een pak en een aardappel groeit aan een boom, dat soort verhalen hoorden we hier. We moesten iets met dat fenomeen. We zijn hier verschillende oude rassen varkens gaan houden. Die rassen vertellen het verhaal waar eten vandaan komt en hoe zich dat in de loop der tijd heeft ontwikkeld. Vroeger was bijvoorbeeld vet geen item, nu wil de consument niet te vet en lekker vlees dat gemakkelijk te bereiden is”, vertelt Maarten.
Toekomst Varkenshouderij
Maarten was voorheen voorzitter van de vakgroep varkenshouderij van LTO. Nu is hij nog bestuurder bij Agro Campus Brabant, een netwerk van agrarische ondernemers uit verschillende sectoren. Zij willen als vergaderlocatie of bezoekboerderij kennis over voedsel overdragen aan overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Maarten blijkt een goede verteller en heeft over veel zaken een mening of visie. “Als de maatschappij niet weet waar het voedsel vandaan komt, dan de overheid ook niet. Dan worden besluiten genomen op basis van emotie in plaats van kennis. De sector staat onder druk. Er is discussie over megastallen, maar je hebt momenteel meer eenheden nodig om de kost verdienen. Toch zal uiteindelijk de varkensproductie in Nederland dalen, afhankelijk van hoeveel de overheid eruit neemt.”
Sener: “Als je kijkt naar de reductieplannen, wat voor een daling verwacht jij in de varkenshouderij qua aantal dieren in de komende 3-5 jaar?”
Maarten: “Rond natuurgebieden zullen verschillende bedrijven verdwijnen. Maar het ‘woest aantrekkelijke aanbod’ van de overheid is alleen gunstig voor een heel nieuw bedrijf of als je tegen je pensioen zit. Maar als je een redelijk oude stal hebt of je bent 40 jaar, ga je niet mee in deze regeling. Wij liggen buiten een Natura 2000-gebied, dus doen sowieso niet mee. Ik denk dat de regeling landelijk gezien maar zo’n 5% productie zal schelen, niet meer. Tenzij er nog scherpere regels bij komen. In bijvoorbeeld Duitsland zijn nu scherpere welzijnseisen. Veel zeugenhouders gaan daar niet meer aan beginnen. Zij stoppen wel.”
Data in de keten
Sener: ”Er wordt momenteel steeds meer gebruik gemaakt van technologie en data in de keten, bijvoorbeeld in CoViVa-verband en Holland Varken. Allemaal bedoelt om de waarde van producten in de keten te verbeteren. Wat vind je daarvan?”
Maarten: ”Wij zijn zelf met onze vleesvarkenslocatie aangesloten bij De Heidehoeve en ik ben betrokken bij Varken van Morgen. Ik was voorzitter van de vakgroep varkenshouderij van LTO toen CBL een eigen label wilde. Na een hoop gedoe is Varken van Morgen er gekomen, maar is het er voor de varkenshouder beter van geworden? Financieel denk ik niet. Zo’n label wordt dan de standaard. Ik ontvang hier ook supermarkten die Pata Negra uit Spanje in de schappen hebben liggen, terwijl we drie sterren beter leven hadden afgesproken. Dat mag dan wel?”
Sener: “En wat vind je van bijvoorbeeld de diverse initiatieven om duurzaamheid aan te tonen? Carbon footprint is feitelijk al een license to operate. Duwen we zo de standaard omhoog?”
Maarten: “Ja, als je er niet aan voldoet, mag je niet leveren. De lat wordt steeds hoger. Dat is op zich niet erg, maar de boer wordt er nog niet beter van is mijn ervaring.”
Rol en impact van data
Sener: “Hoe kijk je aan tegen technologie? De rol en impact van data en informatie? Zullen camera’s en sensoren gaan helpen in kwaliteit, klimaat en dierenwelzijn?”
Maarten: “Wij hebben een balansvloer gehad zodat biggen niet onder de zeug gaan liggen, voerstations en weerstations om de efficiëntie en dierwelzijn omhoog te krikken. Feitelijk gaat het welzijn wel omhoog, maar het wordt niet betaald. Wij hadden op deze locatie groepshuisvesting met zeugen op stro. Zij hadden een chip in en kregen hun voer gedoseerd uit een voerstation. Bezoekers dachten dat we biologisch waren omdat de dieren op stro leefden, maar eigenlijk waren we heel technologisch bezig. Technologie helpt het welzijn feitelijk te verbeteren, maar een consument zal niet voor zoiets technologisch betalen. Die betalen eerder voor beleving. Dierenwelzijn en milieu moeten volgens hen maar door de overheid geregeld worden.”
Sener: “De POV en Vion zijn lid van JoinData. Wij proberen de positie van varkenshouders te verbeteren als het gaat om data. Is data van jou of bijvoorbeeld van jouw weegschaalleverancier? Wij zien dat positie varkenshouder best zwak is als het gaat om data, maar weinig varkenshouders maken zich er druk om.”
Maarten: “Dat klopt, hoe meer data we onderling verspreiden hoe slimmer we ervan worden, maar waarde heeft het voor ons als varkenshouders nog niet. Voor anderen wel, dat zie ik ook. Wie data heeft, heeft macht. Varkenshouders denken: ‘wij zijn een van de velen en kunnen het niet verwaarden’. Een supermarkt kan met deze data wel zien dat kostprijs lager kan.”
Sener: “Hoe mobiliseren we die groep?”
Maarten: “Varkenshouders zijn over het algemeen meer ondernemers dan andere agrariërs. Stel dat je er jaarlijks dividend uit krijgt, dan melden ze zich aan.”
Eigenaarschap van data
Sener: “Maak je gebruik van softwarepakketten?”
Maarten: “Ja, ik ben net van Agrovision overgestapt op AgriSyst. Dat was een voorwaarde voor deelname aan De Heidehoeve. Gelukkig kon de historie mee, anders had ik het niet gedaan. We sturen op onze vleesvarkenslocatie nog op voerefficiëntie via AgriSyst. Slachterijen en voerfirma’s hebben alle data, zij kunnen mooie analyses maken. Ik zou wel willen afdwingen dat ze onze data wel mogen gebruiken voor advies, maar niet voor een onderlinge benchmark.”
Sener: “Dit is één van de redenen waarom we ‘Mijn JoinData’ hebben ontwikkeld. In dit portaal zie je welke data je produceert, wie dat mag gebruiken en voor welk doel. Dat laatste noemen we doelbinding. Je geeft dan toestemming dat diegene de data alleen voor dat doel mag gebruiken.”
Maarten: “Varkenshouders denken dat data al bij allerlei bedrijven ligt. Dat het een verloren zaak is omdat we al zoveel delen.”
Sener: “Boeiend. Ondernemers vinden dat hun data van hen is, maar steken er eigenlijk geen tijd en moeite in. Het is een heel proces aan bewustwording, maar ondertussen draait de wereld wel door. Ik lees weinig over de positie van varkenshouders hierin.”
Maarten: “Het lijkt een maatschappelijk probleem, het eigenaarschap van data. Ik heb er nooit zo over nagedacht. Een mooie bijkomstigheid van dit gesprek.”